Week 7 - Ik kijk naar mijn zonde en kom tot inkeer
Thema: In ieder van ons schuilt het kwaad. We kwetsen de liefde, we verwonden God en elkaar.
Wat ik zou kunnen vragen: dat ik mij open durf te stellen om te zien waar ik afbreuk doe aan de liefde. Dat ik me laat vinden als ik verdwaald of verstrikt geraakt ben in het leven.
Muziek: Kyrie fons bonitatis (1375) door Wishful Singing.
Kyrie, eleison. Kyrie, fons bonitatus, pater ingenite, a quo bona cuncta procedent, eleison. Kyrie eleison.
Christe, eleison. Christe, unice dei Patris Genite, quem de Virgine nasciturum mundo mirifice sancti praedixerunt prophetae, eleison. Christe eleison.
Kyrie eleison. Kyrie, ignis divine, pectora nostra succende, ut digni pariter te laudate possimus semper, eleison. Kyrie eleison.
Heer, ontferm U over ons. Heer, bron van goedheid, eeuwige Vader, uit wie alle goede dingen voortkomen, ontferm U over ons.
Christus, ontferm U over ons. Christus, eniggeboren Zoon van God, de Vader, die zo wonderbaarlijk door een maagd ter wereld is gebracht, zoals voorspeld door de heilige profeten, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons.
Heer, ontferm U over ons. Heer, goddelijk vuur, laat onze harten gloeien, opdat wij altijd even zo waardig zullen zijn om U te prijzen, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons.
Tekst: Lucas 15: 1-8.
Alle tollenaars en zondaars kwamen Hem (Jezus) opzoeken om naar Hem te luisteren. Maar zowel de farizeeën als de schriftgeleerden zeiden morrend tegen elkaar: ‘Die man ontvangt zondaars en eet met hen’.
Ik probeer me een voorstelling te maken van de bijeenkomst met zoveel verschillende type mensen. Waar bevind ik me in die groep?
Jezus vertelde hun toen deze gelijkenis: als iemand van u honderd schapen heeft waarvan er één verloren is geraakt, laat hij dan niet de negenennegentig andere in de woestijn achter om naar het verdwaalde dier op zoek te gaan tot hij het gevonden heeft? En als hij het gevonden heeft, legt hij het vol vreugde op zijn schouders en gaat hij naar huis. Daar roept hij zijn vrienden en buren bijeen en zegt tegen hen: ‘Deel in mijn vreugde, want ik heb het schaap gevonden dat verdwaald was.’ Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben.
Hoe zou ik deze gelijkenis kunnen vertalen naar mijn eigen leven?
Door wie zou ik gevonden willen worden?
Wat zou ik daarvoor kunnen doen, of laten?